De kweek begint rond 1 Februari. Dan worden de dagen al weer iets langer en is de duif op een natuurlijke wijze eraan toe om te gaan kweken. Veel liefhebbers zullen dat veel te laat vinden, maar die spelen dan ook het gehele jongeduivenspel met hun jongen. Hier worden alleen de 5 natourvluchten gebruikt om de jongen in te vliegen. Er is dus tijd genoeg om een aantal jongen te kweken. De kweek is het belangrijkste onderdeel in de duivensport. Wanneer de geselecteerde duiven voor de kweek niet de juiste eigenschappen bezitten zullen er hoogstwaarschijnlijk ook geen goede vliegduiven uit gekweekt gaan worden. Uitzonderingen daargelaten. Het streven in het kweekbestand is dat de duif of zelf een zeer goede vlieger geweest is, of uit zeer goede vliegers komt. Daar is wel een maar..... bij. Dat streven lukt natuurlijk niet altijd. Ook bij mij zitten er kleinkinderen van toppers op het hok. Gewoon omdat de kinderen van die toppers voor mij niet te betalen zijn. Maar het moet wel volgens de door mij aangehouden methode. De doffer moet een kleinzoon (via een dochter) zijn van een super doffer, en de duivin moet een kleindochter I(via een zoon) zijn van een super duivin. Bij kinderen van superduiven zoek ik altijd naar een zoon van een super duivin of een dochter van een super doffer. Liefst paar ik zo'n duif dan terug op een prestatieduif. Ook ik laat mij wel eens verleiden tot een aankoop omdat ik de lijn eens wil proberen. Maar dan zal ik altijd proberen de aankoop te koppelen aan een prestatieduif om snel te weten of er goede jongen uit komen. Elk seizoen haal ik ook een ronde uit mijn geselecteerde meerjarige vliegduiven. Deze duiven hebben de selectie doorstaan op hun prestaties en daar wil ik graag een aantal jongen uit hebben. Op die manier weet je ook sneller of er een goede kweekduif tussen zit die kan doorstromen naar de kweekafdeling.